from the Golden Future
Voeding

Om te kunnen leven, moet een hond eten. De voedingsstoffen die de hond in de etensbak vindt, moet het dier in staat stellen goed tot ontwikkeling te komen zodat een optimale lichaamsconditie en dus een optimale gezondheid ontstaat en blijft.

Het lichaam van een pasgeboren pup is afgebouwd, maar dat lichaam moet nog groeien tot volwassenheid. Groeien betekent dat er meer cellen worden gemaakt dan er worden afgebroken. Hiertoe heeft de hond bouwstoffen in zijn voedsel nodig. Als bouwstoffen fungeren voornamelijk de eiwitten. Het lichaam moet zich in stand houden: 'de kachel moet blijven branden'. De daarvoor benodigde brandstoffen moet in het voedsel zitten dat wordt gegeten en dat in het spijsverteringskanaal wordt afgebroken. De afgebroken brand en bouwstoffen worden wat bijgewerkt en komen dan uiteindelijk via het bloed bij de lichaamscellen terecht. In de lichaamscellen worden de brandstoffen verbrand; dit gebeurt met behulp van via de longen ingeademde zuurstof. Bij verbranding in de lichaamscellen ontstaat warmte (=energie). Deze warmte wordt door het bloed het hele lichaam rondgebracht om zodoende het lichaam warm te houden en het geeft bovendien de energie om te kunnen leven (stoeien, rennen, zwemmen, dollen en werken). Het voedsel dat een hond eet moet dus in ieder geval brandstoffen bevatten voor de energie en bouwstoffen om nieuwe cellen te maken en om oude cellen te vervangen.

Brandstoffen zijn met name de KOOLHYDRATEN en VETTEN en als bouwstoffen worden met name EIWITTEN (vlees en vis) gebruikt.

Dit is echter niet het enige: het voedsel moet ook vitamine en mineralen bevatten.

Tenslotte, maar eigenlijk op de eerste plaats, het de hond WATER nodig.

Om in een goede conditie te komen en om in die conditie te blijven moet de hond van al deze boven genoemde stoffen bepaalde hoeveelheden dagelijks binnen krijgen. Dus niet de ene dag veel bouwstoffen en de volgende dag wat meer brandstoffen. Daarbij komt ook nog dat een lichaam van de ene stof meer nodig heeft dan van de andere stof; het voedsel moet dus een bepaalde samenstelling hebben. Deze samenstelling (de verhouding van de verschillende voedingsstoffen) hangt mede af van het ontwikkelingsstadium waarin de hond verkeert maar daarnaast ook van de behoefte van de hond. Een hond die veel beweging heeft, heeft meer nodig dan een hond die weinig beweging krijgt. Een volwassen grote hond heeft weer meer nodig dan een volwassen hond die kleiner is.
Voedings stoffen moeten dus in bepaalde hoeveelheden en in een bepaalde verhouding aanwezig zijn. Voor alle voedingsstoffen geldt; te veel is nooit goed. Een teveel aan brandstoffen bijvoorbeeld (meer dan het lichaam nodig heeft) wordt opgeslagen (bewaard) in de vorm van vetten. Een teveel aan bepaalde vitaminen geeft ook afwijkingen.

Er zijn natuurlijk heel veel goede voeren, wij hebben de beste resultaten met onze volwassen honden en de pups gekregen met: Duck en Bevi.

Wat is Duck of Bevi
Home